ONGEPLAND EXCURSIE-ADRES
We gaan ontbijten in de Kiwi-bakkerij aan de rivier, dat is op de 1e etage en daar kun je lekker langs de open balustrade zitten. Als we echter achter onze thee en geroosterde boterhammen zitten word ik overvallen door een gigantische moeheid en een algeheel malaisegevoel. Mijn voeten zijn inmiddels echt hartstikke rood en het is ook al omhooggetrokken naar mijn benen. Marcus vindt het al lang niet grappig meer en zit te lezen in de Lonely Planet bij ‘ziektes & risico’s’. Hij wil dat we naar een dokter gaan. Ik wil daar eigenlijk helemaal niets van weten, maar ik zie ook wel in dat het zo niet door kan gaan. Bovendien staan er bij het stukje over ‘Denque Fever’ herkenbare klachten plus een omschrijving over rode uitslag. En uitslag heb ik, dat valt niet meer te ontkennen…
Een uur later lopen we bij een Vietnamese dokter naar binnen, zijn adres hebben we gehad van de Amerikaan van de Jungle Bar wiens vriendin zelfs is meegegaan in de tuk-tuk om de weg te wijzen. De dokter is een klein mannetje met een bril waar hele grote, borstelige wenkbrauwen overheen steken. Hij heeft een blauw operatie-achtig pak aan, met gympen eronder. Naast zijn bureautje staat een assistente van twee turven hoog met net zo’n (veel te ruim) pak aan. We gaan tegenover de dokter zitten en geven antwoord op al zijn vragen over ‘de klachten’. Nadat alle antwoorden zijn genoteerd stopt de assistente een thermometer in mijn oor (waarom maakt ze die niet eerst schoon? ik ben helemaal para) en neemt ze mijn bloeddruk op. Daar schrikken ze van, die is veel te laag. Ik opper nog dat ik altijd een lage bloeddruk heb, nou dat scheelt misschien een stukje maar ze kijken er niet gerust bij. Of we ze willen volgen naar een behandelkamertje. Marcus en ik lopen achter de assistente aan een gangetje door, we moeten allebei bukken om ons hoofd niet aan het plafond te stoten.
We komen een kleine ruimte binnen. Ik ga op het behandelbed zitten en Marcus op een stoeltje. De dokter begint me verder te onderzoeken, hij kijkt in mijn oren, neus en mond en luistert naar mijn hart en/of longen. Dan zegt ie dat ie bloed af wil nemen om naar het lab te brengen, het moet onder andere getest worden op Malaria. Ik schrik me een hoedje, maar ja, er zit waarschijnlijk niet veel anders op. Marcus vraagt de dokter of ie mag meekijken waar hij de injectienaalden vandaan haalt, dat is ok. We zien dat de injectiespuit inderdaad uit een nieuwe verpakking wordt gehaald, ik ga liggen, doe mijn ogen dicht en laat het verder allemaal maar gebeuren. De dokter zegt dat ie ook een soort zoutoplossing/vitaminecocktail wil geven, via het infuus of via een injectie. Hij zegt dat dit in het Westen omstreden is, dat ze zeggen dat ’t alleen een placebo-effect heeft, maar dat daar hier in Azie anders over wordt gedacht. Dat 9 van de 10 mensen er zich een stuk beter door voelen. Ik overleg even met Marcus en we vinden dat we dat dan maar moeten proberen. Via die injectie dan. Het assistente-meisje breekt 3 ampullen en doet deze stuk voor stuk in 3 injectiespuiten. Dan gaat ze ineens een soort infuusnaaldje met een slangetje eraan pakken. Ohwjee ze gaat in mijn hand prikken, ik doe mijn ogen maar weer dicht, het zal vast wel weer goed komen. Maar nee, dit gaat toch niet zo goed. Die prik in mijn hand doet pijn! De dokter staat inmiddels ook weer boven mijn hand gebogen en als ze beginnen met het inbrengen van de vloeistof hou ik het niet uit. Ik zeg dat ze moeten stoppen, raak lichtelijk in paniek. “Sorry, sorry, sorry” zegt de dokter terwijl hij over mijn hand wrijft. Het infuusnaaldje is er weer uitgehaald. Als de gemoederen weer een beetje bedaard zijn, zegt hij dat ze de cocktail verder ook in mijn billen kunnen spuiten. Iets minder effectief, maar zeker ook zinvol. Ik draai me om en het meisje gaat aan de slag. Heel langzaam spuit ze de vloeistof in, nog steeds geen pretje maar alles is beter dan dat enge gedoe in mijn hand.
Ik kan niet anders zeggen dan dat de dokter en zijn assistente erg aardig zijn. Het was eerst heel even wennen, maar in de loop van het bezoek krijg ik vertrouwen in zijn kunde. Als het assistente-meisje even later ook nog met een kommetje warme melk met een soort cornflakes voor me binnenkomt, ben ik helemaal om. Wat lief! De dokter zegt dat ik rust moet houden, veel moet drinken, veel zout moet nemen, goed moet eten en vitaminepillen nemen. Een van zijn medewerkers zal zo meelopen naar de apotheek om goede uit te zoeken. De volgende dag kunnen we terugkomen voor de uitslag van de bloedtest.
Dan staan we weer op straat in Phnom Penh. Marcus is heel lief. Hij zegt dat we er gewoon het beste van gaan maken en dat alles goed komt. Dat we het gewoon gezellig gaan maken op de hotelkamer. Ik vind het heel fijn dat hij zo reageert, heel langzaam wandelen we terug naar het Royal Guesthouse.