RELAXEN IN PHNOM PENH
Liever gingen we natuurlijk gewoon kiplekker door naar een volgende bestemming, maar als het dan moet, dan is het Royal Guesthouse in Phnom Penh niet de slechtste plek om een paar dagen noodgedwongen te verblijven. Naast de behoorlijk goede kamers met een warme douche, airco, televisie en een koelkast hebben ze ook een restaurant en een internetvoorziening bij de receptie. Vooral dat laatste is erg handig. Marcus heeft toen we van de dokter terugkwamen een tuk-tuk naar een grote supermarkt genomen en is teruggekomen met twee grote tassen boodschappen. Zodoende ontbreekt het ons aan niets, terwijl we net als Yoko en John, de hele dag op het hotelkamerbed liggen.
Dinsdagmiddag gaan we terug naar de dokter. De uitslag is binnen en wijst uit dat ik géén malaria heb (pfffjiew) maar wel een tekort aan witte bloedlichaampjes en bloedplaatjes. Dat en de rest van mijn klachten zijn verschijnselen van Denque Fever en dat is dan ook de diagnose die hij stelt. Hij zegt dat de rode uitslag binnen een dag of twee moet verdwijnen en dat het zou kunnen dat ik dan nog een keer koorts krijg. Dat laatste is echter niet zeker. Wat wel zeker is, is dat ik veel moet slapen, veel moet drinken, goed moet eten en niet reizen dus. De Dengue Fever moet daarmee vanzelf over gaan, ze hebben er verder geen medicijnen of behandeling voor.
En zo spenderen we dus een aantal van onze vakantiedagen in een hotelkamer. We lezen, kijken naar BBC en Discovery Channel, doen kaartspelletjes en gaan naar beneden om iets te eten. Ik slaap veel, Marcus gaat nog een keer in zijn eentje naar de Russische Markt. Het is allemaal een beetje onwerkelijk, maar niet echt vervelend. Zo lang ik mijn gemak hou (lees: op bed lig) voel ik me eigenlijk prima en we hebben samen best veel lol. Ondertussen zorgt Marcus echt supergoed voor me. Hij geeft me constant eten, drinken en voedingssupplementen …en liefde natuurlijk, dat is nog het lekkerst.
Na twee dagen volledige rust en niet verder komen dan het restaurant beneden, voel ik me echt een stuk beter en gaan we er ook af en toe weer samen op uit. ’s Avonds eten in het centrum en overdags een keertje naar een markt, we nemen een lekkere fullbody-massage (1 uur voor 5 dollar!) én gaan ook een keer naar een schietbaan waar we met een M16 en een Colt 45 schieten (best eng!)!
Op vrijdagochtend vinden we dat het tijd wordt om te kijken of we door kunnen reizen naar Sihanoukville. We hebben nog zes dagen Cambodja voordat we weer terugvliegen. Als we de volgende dag vertrekken kunnen we misschien ook nog naar het geplande Bamboo Island, al is het maar voor één nachtje. We hadden eigenlijk voor zaterdags een afspraak met de dokter, maar we besluiten nu al te gaan. We worden hartelijk verwelkomd door de dokter en zijn assistente. We vertellen wat ons plan is terwijl hij mijn benen bekijkt. Hij zegt dat de uitslag wel wat lang aanhoudt maar dat het op zeker zal verdwijnen. Mijn bloeddruk blijkt alweer een stuk hoger te zijn en hij ziet geen probleem in onze plannen om morgen richting Sihanoukville te vertrekken. Hij zal nog een bloedmonster nemen en dan kunnen we morgenmiddag opbellen voor de uitslag. Het rapport zelf kunnen we op komen halen als we weer in Phnom Penh zijn voor de terugreis naar Nederland. Goeie deal! Met een blij gevoel nemen we afscheid.
’s Avonds regelen we buskaartjes voor de volgende ochtend en blijven we na het eten lang hangen in de bar van de Amerikaan. Er staat daar een computer op de bar en daar heb ik wel weer eens zin in (weblog bijwerken!), Marcus kletst ondertussen met de Amerikaan en zijn vrienden. Het is echt een leuke avond. Als we een paar uur later naar het hotel ’terugwaggelen’ zeg ik tegen Marcus: “ik heb vanavond ineens alleen maar whiskey-cola en bier op!” (staat haaks tegenover al die alcoholvrije hotelkamerdag- en avondjes) Hij antwoordt: “ik ben trots op je”.
Grappig…
Ik voel me super btw
en morgen vertrekken we lekker naar Sihanoukville.