ONZE AANKOMST IN AZIË
We lopen door de douane naar buiten. Marcus zegt: “We zullen zo wel worden besprongen door allerlei taxi-chauffeurs.” Hij heeft de woorden nog niet uitgesproken of er staat er één voor onze neus. Twee dollar per persoon is de prijs. We hebben gelezen op zeven dollar te rekenen dus dat valt mee. We lopen achter hem aan en staan ineens voor twee brommertjes. Hahaha het blijken chauffeurs van Moto-taxi’s te zijn! Ze nemen onze rugzakken over en plaatsen die voor hun voeten. We stappen achterop en mijn chauffeur scheurt gelijk weg. “Wait for my husband!” (zozo Jans! ;o) roep ik. “Yes, he will come!” roept hij terug. Ik geef me maar aan de situatie over, grijp mijn chauffeur in zijn zij en hou me stevig vast terwijl de zweetdruppels langs mijn lijf lopen. Of het hier warm is? Nou volgens mij wel! Af en toe kijk ik om en zie Marcus gelukkig vlak achter ons.
Onze aankomst in Phnom Penh gaat dus helemaal letterlijk en figuurlijk in volle vaart. Ik kijk om me heen en denk: dus dit is Azië?! In vliegende vaart over een brede, redelijk goed geasfalteerde maar onwijs stoffige weg, helemaal vol met motoren, pick-ups, ’tuk-tuks’, bussen en wat voor vervoersmiddelen je je maar in kunt denken. En al die vervoersmiddelen zitten helemaal volgepropt met die Indisch/Chinese gezichten, veelal verstopt achter een mondkapje (raar gezicht joh!). Ik kijk mijn ogen uit. Die mensen kijken trouwens ook allemaal naar Marcus en mij, ze zitten ons toe of uit te lachen, daar kom ik nog niet één, twee, drie uit. Het is een rare gewaarwording, dat wel. De weg is dus heel zanderig en stoffig en de uitlaatgassen prikken in mijn neus. In alle herrie en drukte probeert mijn motorrijder me ervan te overtuigen dat het door ons aangegeven guesthouse, het “okay guesthouse”, niet goed is. Ik begrijp niet precies wat hij zegt, zoiets als: “er wordt gerookt en er zitten allemaal playboys”. Ik zeg dat mijn man dat beslist (hahaha lekker makkelijk toch?).
Na zeker een kwartier te hebben gereden komen we bij een wegversperring. De politie is niet van plan ons die straat in te laten rijden. Onze chauffeurs zeggen dat ’t door ons uitgezochte guesthouse en waarschijnlijk alle guesthouses in de buurt van de rivier vol zullen zitten in verband met het jaarlijkse Waterfestival. “Ohw, is dat nu?”. Ja, het blijkt nu te zijn, het duurt altijd 3 dagen en dit is de laatste dag. We hebben hier al over gelezen en vinden het leuk dat we dat dan nog net meepikken. Onze chauffeurs vertellen ons dat de consequentie van het festival is dat er een hoop guesthouses volzitten en de prijzen worden opgevoerd. Of we er naar eentje willen van 15 dollar? “Nee” zeggen we, “dat is echt te duur.”
Uiteindelijk zetten ze ons af bij het Lucky Ro Hotel. De kamers kosten 10 dollar, maar hebben wel een koelkast, tv, toilet, airco …en een warme douche. We nemen hem, morgen zien we wel verder. Als we op de 2e etage komen en de deur van kamer 202 openen zijn we tevreden en stemmen definitief in. Een douche en een bed en heeeeel even liggen. We zijn er aan toe!