BIJNA K.O. IN DE TWEEDE RONDE

Eerst bloed prikken, een uurtje later bij de oncoloog voor de uitslag en als daar de bloedwaarden net goed genoeg blijken mag ik door naar de dagbehandeling voor de Oxaliplatin….

Omdat ik de vorige keer zo’n pijn in mijn arm heb gekregen is het plan nu dat de chemo twee keer zo langzaam inloopt. Dat betekent wel twee uur langer zitten hier, maar misschien met minder pijn bij de inloop. Ik krijg ook direct na het inbrengen van het infuus een warmte-pack op mijn arm, echt alle zeilen worden bijgezet om het zo goed mogelijk te doen (Heel veel complimenten aan de verpleging voor de zorgzaamheid!).

Dan rest ons (ja ‘ons’, want mijn lieve Marcus is er in dit traject overal bij en staat mij enorm bij) alleen nog een lange zit, alles bij elkaar een uurtje of vijf. Wel goed verzorgd met thee, koek, een heerlijke soep en een lunch, met de catering is niets mis.

Tsjeeses Jans wat zie je eruit… Ik hoorde het wel van Marcus, dat ik er tijdens het infuus steeds grauwer uit ging zien, maar ik schrik nu zelf even bij het zien van deze foto.

Ja en het gaat ook allemaal niet zo super eigenlijk… Ondanks de langere inloop en de warmte-packs gaat mijn arm gewoon weer pijn doen en ik voel me ‘steeds rotter worden’. Als het eindelijk klaar is, de infuusnaald wordt verwijderd (het verwijderen van de pleisters waar dat mee vast zit is trouwens bijzonder naar met zo’n pijnlijke arm) en ik uit de stoel mag komen, zak ik door mijn benen. Wat is dit? Er komt ook een heel raar geluid uit mijn keel en mijn keel doet zeer / trekt samen. Ik word gewoon even helemaal niet goed.

“Ik ga wel iemand laten komen die je met een rolstoel naar de uitgang brengt” zegt de verpleegkundige en tegen Marcus; “Ga de auto maar halen en rij naar de hoofdingang, als je zegt dat je voor oncologie komt laat de beveiliging je wel door.”

Even later zit ik te wachten op een bankje in de zithoek aan de zijkant van de afdeling, totdat ik met een rolstoel word opgehaald. Er zit komt nog een andere vrouw de zithoek in, zij moet nog even wachten tot ze ‘naar haar stoel mag’. Ik ben aan het huilen, maar ik vind dat ik dat hier niet kan maken. Wat moet die vrouw wel niet denken, die moet zo nog beginnen. Ik draai mijn gezicht zoveel mogelijk de andere kant op en probeer me te vermannen.

En nu zijn we weer thuis, lig ik op de bank en hoef ik helemaal niks meer. Het gaat ook wel weer trouwens, op die rare Oxaliplatin bijverschijnselen na dan. Handschoenen nodig om lepels, de iPad of de kraan aan te raken, water en/of voedsel moet worden verwarmd i.v.m. de koudereactie, verkrampingen in m’n kaak en mijn vingers en voeten tintelen.

Blij dat ik niks meer hoef dus, vandaag gaat er namelijk ook niks meer lukken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *