CHEMOTHERAPIE
Ja, dat was toch wel een klap, één week na de operatie, daar in de spreekkamer bij de verpleegkundig specialist. “Van de zesentwintig weggenomen lymfeklieren is er in het laboratorium in één van deze lymfeklieren een uitzaaiing gevonden. Er is een risico dat er toch kankercellen door je lichaam zijn verspreid, daarom word je nu doorverwezen naar de afdeling oncologie. Ze zullen je daar chemotherapie gaan adviseren. De oncoloog gaat het allemaal verder met je bespreken.”
Ik was zo blij dat ik de operatie zo goed was doorgekomen, dat alles zo was meegevallen. Nu viel het dus ineens heel erg tegen en moest ik heel veel keren slikken…. Een paar dagen later zaten we bij de oncoloog en vertelde hij wat de bedoeling was. Vier chemokuren (capox) van 3 weken; op dag 1 krijg je de chemo toegediend via een infuus (oxaliplatin) op de dagbehandeling, daarna 14 dagen lang via tabletten (capecitabine) die je zelf thuis 2 x per dag inneemt, daarna heb je 6 dagen rust en dan begint het weer opnieuw. “Het kan zijn dat er geen kankercellen meer in je lichaam zijn en dat je de chemobehandeling ‘voor niets’ ondergaat, maar dat zullen we nooit weten. Er is een verhoogd risico vanwege de uitzaaiing en dat risico willen we met de behandeling zo goed mogelijk proberen in te perken.”
Na een hartfilmpje en bloedafname mochten we weer naar huis. De datum van de eerste infuus-toediening werd gezet op 17 december. Drie en halve week na mijn operatie, want zo snel mogelijk – maar mijn lijf moest nog wel een beetje van de operatie herstellen…
And this is where the magic happens in het Ikazia ziekenhuis… een lange rij met deze opstellingen. Een soort huiskamertje met een comfortabele stoel voor mij en een klein oncomfortabel stoeltje voor Marcus. Ik ben wel heel blij dat hij er ook met dit traject weer bij mag (en wil!) zijn en ik hier niet steeds een paar uur alleen hoef door te brengen.
Dat aanbrengen van dat infuus dat is toch wel weer even eng, maar er is een hele lieve dame die dat met veel beleid en kunde doet, dus het valt alles mee.
Daar zit je dan Jans, F U C K I N G A W E S O M E maar niet heus. Dat vonden Marcus en ik dan wel weer grappig om die pet mee te nemen, je moet wat om het een beetje luchtig te houden.
En dan is het maar een beetje zitten geblazen. Eerst gaat er een zak ’tegen de misselijkheid’ in, daarna geloof ik nog spoelen en dan komt de zak met de chemo. Het zal alles bij elkaar drie en half uur duren begrijpen we.
Echt allemaal hele lieve mensen hier op de afdeling, zo ook de dame die ons steeds thee en nu een heerlijk kopje soep komt brengen. Ze komt straks ook nog langs met een hele lunch geeft ze aan, maar wij denken/hopen dat we dan al weg zijn.
De chemozak is al anderhalf uur aan het druppelen als ik pijn in mijn onderarm krijg. Ik meld dit aan de verpleegkundige. “Ja” zegt ze “Ik wilde het eerder niet vertellen want het was al zo veel, maar van deze chemo krijgen veel mensen last van pijn bij het inlopen. Ik zal een warmtepakking voor je arm halen, misschien zal dat iets verlichten.” Ohh… okay…, nog een half uur chemo en een kwartiertje spoelen te gaan. Hou vol Jans.
Het is best surrealistisch om hier zo te zitten. Het is eigenlijk net als met de ziekenhuisopname voor de operatie, als het eenmaal zover is dan laat je alles een beetje over je heen komen en onderga je het gewoon. Zo is het nu ook. Ik heb met naar het toilet gaan al gemerkt dat ik geen koude/koele voorwerpen zoals een deurknop meer kan aanraken. Ik weet dat ik geen slokjes koude dranken meer moet nemen want dan lijkt het net of mijn keel wordt dichtgeknepen. Ik weet dat ik als we naar buiten gaan een shawl voor mijn mond moet doen om ook geen koude lucht in te ademen en zo zijn er nog een paar dingen die ik weet en ongetwijfeld krijg ik ook nog wat extra verrassingen… we gaan het meemaken, het zal wel moeten.
We zijn thuis, ik heb het gered. Blijkt dat ik zelfs geen pen of laptop aan kan raken, dus voorlopig maar even met handschoenen aan leven. Dit schijnt maar een paar dagen te duren. Heb al een paar verrassingen gehad ook; als ik iets eet verkrampt mijn kaak bij de eerste hap en als ik een traantje laat dan verkrampt het achter mijn ogen.
Lekker dan.