MET DE DIERENAMBULANCE
“Dag, u spreekt met die en die van de Dierenambulance, heeft u een kat die Pinkeltje heet?” Das schrikken! “Ja, wat is er? Wat is er gebeurd? Waar is ie? Is ie gewond? Hij is toch niet aangereden?!!” Gelukkig is de volgende zin; “Nee hoor, schrikt u maar niet. Hij heeft niets, we hebben hem gevonden!” Wat raar… “Gevonden? Waar dan? Vanmiddag lag hij hier nog op de bank!” Dan zegt de meneer: “Nou hij is gevonden in de *piep*straat” HUH? “In de *piep*straat?! Maar daar woont hij!”
Even later komt de ambulance voor de deur. Pinkeltje zit achterin, in een heel klein hokje, heel hard te miauwen. Als de ambulance-meneer het hokje openmaakt springt ie er vlug uit en rent door onze voordeur naar binnen. De ambulance-meneer moet lachen, het is duidelijk dat hij op het goede adres is, alhoewel…. zijn erop volgende verhaal werpt een blik op een deel van ’n katteleven waar wij geen weet van hebben.
Buurmensen van 100 meter verderop in de straat hebben al de hele week ineens een soort van aanloopkat in en om hun huis. Eerder nooit gezien, maar nu lijkt het alsof hij voor de voordeur staat te wachten om mee naar binnen te glippen. Als hij binnen is gaat hij heerlijk op de bank liggen, tegen hun eigen kat aan zelfs. Die eigen kat kan normaal nooit zo met vreemde katten, maar met deze nieuwe visite lijkt hij best vrede te hebben. Mensen en dochter vinden de nieuwe bezoeker een schatje, met zijn wit/zwarte fluffy-vacht en dat leuke zwarte vlekje op zijn witte neus en hij knort zo leuk en hij is zo lief, ze zouden hem zo willen houden. Hij wil het zelf ook, want hij komt zelfs in de nacht keihard mauwen voor het raam om te laten merken dat hij naar binnen wil. En hij bedelt enorm. Mager is hij niet, maar hij lijkt toch steeds erg veel honger te hebben. Voordat de buurmensen tot eventuele, permanente opvang overgaan, bellen ze vanmiddag toch eerst maar even met de dierenambulance. Misschien hoort hij wÈl ergens, misschien is hij gechipt.
De rest van het verhaal is duidelijk. De ambulance kwam, de chiplezer piepte, het chipje liet de naam Pinkeltje zien en ons telefoonnummer kwam in beeld. Pinkeltje werd in de ambulance geplaatst en terwijl ze bij de buurmensen wegreden belde de ambulance-meneer ons nummer, waarna bleek dat ze meteen weer konden remmen omdat ze al voor ons huis stonden. Pinkeltje gevonden. Wat een giller.
Dus ja… wat moet ik ervan zeggen? “Thank God for the chip!”
en “Onze Pinkeltje is een kleine slettebak…… hoeveel adresjes zou hij zo hebben?”
hahahahaah die Pinkeltje! Wat een giller! Goed dat ie gechipt is idd! De buren zullen het wel jammer vinden dat hij niet bij hun kan blijven!
Wat een stiekemerd! 🙂 Gelukkig hebben je buren eerst de dierenambulance gebeld voordat ze tot adoptie over zijn gegaan, haha. Die Pinkel…
hahahaha leuk verhaal. Pinkeltje eet van twee walletjes!
Ha dames! bedankt voor jullie reacties! Pinkeltje is een doerakje ja, gelukkig ligt hij NU in ieder geval hier lekker naast MIJ te knorren 😉
Ha ha..wat een verhaal weer! Maar ja, hij doet zijn naam gewoon eer aan met al die avonturen ; )