ACHT EN TACHTIG
Zelf heb ik al lang geen oma’s meer, maar toen ik 6 jaar geleden met mijn lief verder ging, kreeg ik er toch weer eentje bij. Tweeentachtig was ze toen en ik vond het een prachtig wijffie. Zo kranig en bij de tijd nog, Altijd op en top verzorgd met mooie kleren aan. Ze was al jaren weduwe en woonde in een luxe serviceflat. Zo oud als ze was ging ze nog vaak de hort op met haar scootmobiel en als ze wat verder weg moest dan ging ze met vervoer op maat. Gewoon nog overal op af, iets dat ik bewonderenswaardig vond. Het is niet dat we haar nu zo vaak zagen, een paar keer per jaar maar eigenlijk, maar dan vond ik het ook altijd erg leuk om haar te zien. Verhalen genoeg had ze te vertellen, vooral over haar leven als schippersvrouw op zee met haar man, twee zoons en al die scheepsjongens waar ze grote pannen met eten voor moest koken.
Inmiddels is ze verhuist en woont in een kamer in een verzorgingshuis, de laatste keer dat we daar bij haar waren schrok ik wel een beetje. Nog steeds een keurige dame en met gespreksstof genoeg, maar haar verhalen waren anders. Of ze waren nog hetzelfde eigenlijk, maar ze bleef er ineens in hangen. Als ze een zin had gezegd, zij ze hem na de punt nog een keer. En nog een keer en nog een keer. Net zo lang totdat je haar eruit haalde door een vraag over iets anders te stellen. Dan herhaalde zich hetzelfde ritueel. Een scootmobiel had ze niet meer, maar op een bepaald moment zei ze van wel en erger nog, toen ging ze kijken waar die stond. Zelfs in de badkamer wierp ze een blik, toen haalde ze haar schouders op en zei ‘nou ik ben ook gek, ik heb hem zeker niet meer’. Ze had het over ‘naar beneden gaan’, zoals in haar oude serviceflat. Dat ze nu met een kamer op de begane grond zat, wist ze ergens wel. Maar ze ging toch ‘steeds beneden eten en koffiedrinken’ vertelde ze, want anders zat ze hier ook maar alleen op de kamer. Verhalen van haar oude en nieuwe buurt gingen door elkaar heen alsof ze beiden realiteit waren. Haar belevingswereld was een smeltkroes van haar oude en nieuwe woonsituatie geworden.
Vandaag waren we op haar verjaardag. Achtentachtig is ze inmiddels. Dat moesten we wel even met haar schoondochter checken, want zelf wist ze het niet precies. Vandaag luisterde ik weer naar haar zinnen, keer op keer op keer. Ze heeft het zelf best naar haar zin lijkt het, maar ik vind het moeilijk om te zien. Moeilijk om voor te stellen wat er echt omgaat in een mens in zo’n bejaarde staat. Of ze zelf ook wel eens merkt dat ze warrig wordt. Hoe het is om zo oud te worden en zoveel mensen om je heen te verliezen. Hoe het is om op je verjaardag in drukte van je kinderen, klein- en achterkleinkinderen te zitten en de gesprekken niet allemaal meer te kunnen volgen. Merk je dat dan zelf en is dat rot, of maakt het je allemaal niet meer zoveel uit? Je vraagt die dingen niet, maar van binnen vraag ik het me wel af. Maar denk ik ook nog over dat soort dingen na, als ik zelf achtentachtig en warrig ben?
Ik zal het dan pas weten. Of niet dus.
Eerst maar eens zien of ik het uberhaubt haal.