DE ONGESCHREVEN REGELS BIJ HET BANENZWEMMEN
Afgelopen maandag betrad ik dus schoongedouched en wel de zwembadruimte. Het bad was met boeitouwen verdeeld in 3 banen. De laatste baan was het rustigst, dus daar liet ik me in het water zakken. In schoolslag, de enige zwemtechniek die ik meester ben, begon ik mijn eerste banentocht. Het viel me al gauw op dat mijn baangenoten in vol zwemmersornaat met zwembrillen en gestroomlijnde badpakken waren uitgedost me wel heel snel in borstcrawl en slechts af en toe naar ademhappend tegemoet kwamen. Het bleef er ook maar zo leeg terwijl in de baan naast me inmiddels hordes schoolslagmensen in file achter elkaar aan haperden. De door het water beukende walrusmeneer die ik vriendelijk toelachte, keek me daarop alleen maar stug aan. De rest van mijn baangenoten was meer een samenscholing van twee ‘stoere’ manjongens en ÈÈn gezwembrilde meisjespersoon. Ze vlinder- of borstcrowlden af en toe een baantje, maar hoofdzakelijk hingen ze daar maar aan het eind van het bad en ving ik bij het aantikken van de rand delen van hun stoere praat op. “dat deze baan voor snelle zwemmers is” hoorde ik op een gegeven moment een deel van een in een geergerde toon uitgesproken zin, gericht aan een badmeester. “ja het probleem is bekend” hoorde ik de hem nog terug zeggen.
Het was me na baan 32 inmiddels wel duidelijk. Blijkbaar zat ik daar totaal verkeerd. De derde baan is het terratorium van de geoefende, stoere banenzemcrowd. Dat ze amper aan zwemmen toekomen en de baan continue maagdelijk leeg is terwijl de andere twee overvol, doet blijkbaar niet ter zake. Aangezien ik verder niet werd aangesproken en al helemaal niet door het badmeesterteam ben ik stug doorgezwommen en heb mijn 50 baantjes met verve en een stalen gezicht volgemaakt, bij iedere rand aantik vriendelijk glimlachend naar de daar hangende incrowd.
Onder de douche vraag ik het maar eens aan een vrouw naast me. Hoe zit dat met die banen? “Ja de eerste is voor de beginners, de middelste voor de ‘gewone’ en de derde is voor de gevorderde zwemmers. Ik waag me daar niet in, in ieder geval! Nee, het staat nergens, maar het is zo!” Zodoende ben ik gisteren dan maar in de eerste baan te water gegaan… haperend achter hordes schoolslagers maakte ik mijn 50 baantjes vol, terwijl de derde baan er weer heerlijk leeg bij lag. Het staat nergens geschreven, maar als je het eenmaal weet dan blijf je er toch maar uit. En zo worden ongeschreven regels, toch vanzelf wet en daar hoeft de badmeester eigenlijk niets voor te doen.
Maarre, sporty Jans is dus weer terug van weggeweest.
Volgende week, mag ik van mezelf wel in de middelste baan.